Patronen

De praktijk wijst uit dat kleurenblinden zich vaak richten op patronen of vormen. Om ook deze mensen niet te vergeten, hebben we daar in het boek in sommige opzichten rekening mee gehouden. Op de tubes in het boek staan patronen.
Die komen terug in de verf die er uit komt. Ook in sommige afbeeldingen in het boek zijn deze patronen verwerkt.
Die patronen zijn ook prettig voor kinderen die ‘anders leren’. Die vinden de patronen misschien prettiger dan de kleuren.

 

Leuke bijkomstigheid: deze patronen zijn afgeleid van patronen die in verschillende lesmethodes worden gebruikt bij voorbereidend schrijven. Daarmee kun je dus ook aan de slag gaan (met de gehele klas).

 

Wat kun je doen? Je kan een kind bijvoorbeeld verf laten gebruiken, viltstift, potlood of krijt. Kopieer een blad met schrijfpatronen en laat de kinderen deze overtrekken, natekenen, enz.
Een kind kan ook de kleur gebruiken die overeenkomt met de kleur van een patroon uit Het kleurenpalet van de juf.
Op deze manier wennen de kinderen eraan en kunnen ze dus de patronen automatiseren.

 

Aanpak met patronen

Heeft een kind moeite met het benoemen van kleuren? Hieronder vind je verschillende tips:

  • Geef tubes, potloden, krijtjes en dergelijke een sticker waarop een patroon staat dat bij een kleur hoort. Gebruik de patronen uit Het kleurenpalet van de juf als leidraad.
  • Laat de patronen op verschillende plekken in de omgeving van het kind terugkomen.
  • Ga consequent met die patronen om zodat het kind niet in de war raakt.
  • Maak hiervan een doorlopende lijn voor de hele school (en thuis).
    Het kind kan mogelijk het patroon van/voor groen altijd als het patroon voor groen herkennen. Dat wordt dus niet opeens blauw… Als dat gebeurt, zorgt dat voor veel verwarring. Jij herkent dit wel als blauw, maar een kleurenblinde heeft geen idee wat blauw eigenlijk is. Moeilijk voor te stellen als je blauw ‘gewoon’ kunt zien…Daarom is het belangrijk consequent met de patronen om te gaan.